• pla·teau
  • Leenwoord uit het Frans plateau, in de betekenis van ‘plaat’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1886 [1]
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘hoogvlakte’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1861 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord plateau plateaus
verkleinwoord plateautje plateautjes

het plateauo

  1. (geologie) een hooggelegen gebied of hoogvlakte
     Ze besloten zich vanaf een plateau in een meertje te storten. In werkelijkheid kunnen ze alleen maar wadend in de troebele poel hun dood tegemoet zijn gelopen - een nabij ravijn is nergens te bekennen.[2]
     Toen het vlakke plateau overging in een lange steile klim, volgden we ontelbare haarspeldbochten de rotswand op.[3]
97 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]
  1. 1,0 1,1 "plateau" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2.   Weblink bron
    Rob Gollin
    “De helling van de mooie meisjes knijpt de renner de keel dicht” (10 juli 2019), de Volkskrant
  3. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


  • pla·teau
  • Afgeleid van plat 'plat, vlak' met het achtervoegsel -el

plateau m

  1. de schaal van een weegschaal
  2. dienblad
  3. tafelblad
  4. bühne (van het teater of de televisie)
  5. filmset, filmstudio
  6. (geologie) een hooggelegen vlak gebied of hoogvlakte
  7. (geologie) continentale plaat


  • IPA: /platɔː/
  • pla·teau
  • Leenwoord uit het Frans

plateau o

  1. (verouderd) vlakte; gebied met weinig of geen hoogteverschillen
  2. (verouderd)(geologie) plateau, hoogvlakte