• pla·ne·ta
  • Afkomstig van het Latijnse planeta.
enkelvoud meervoud
planeta planetes

planeta m

  1. planeet


planeta

  1. genitief enkelvoud van planet
  2. genitief meervoud van planet
  3. accusatief enkelvoud van planet
  4. accusatief meervoud van planet


  • pla·ne·ta
  • Leenwoord uit het Laatlatijn

planeta v

  1. (astronomie) planeet; een groot, rond en massief hemellichaam dat zelf geen licht geeft en in een vaste baan rond een ster draait


  • pla·ne·ta
enkelvoud meervoud
planeta planetas

planeta m

  1. planeet


  • pla·ne·ta
enkelvoud meervoud
planeta planetas

planeta m

  1. (astronomie) planeet


planeta

  1. planeet


  • IPA: /planɛta/
  • pla·ne·ta

planeta v

  1. (astronomie) planeet; een groot, rond en massief hemellichaam dat zelf geen licht geeft en in een vaste baan rond een ster draait
    «Kolem Slunce obíhá osm planet
    Rondom de zon bewegen acht planeten.