pestkop
- pest·kop
- samenstelling van pest en kop
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pestkop | pestkoppen |
verkleinwoord | pestkopje | pestkopjes |
de pestkop m
- (pejoratief) iemand die veel en gemeen plaagt
- Het roept de vraag op waarom in de tien jaar dat The Donald het Amerikaanse politieke landschap domineert de literatuur zo’n laf tegengeluid heeft geproduceerd. De weinige satirische romans die tijdens Trumps eerste termijn verschenen – Dave Eggers’ De kapitein en de Glory (2019) of Howard Jacobsons Pussy (2017) – bleven steken in overdrijving van het evidente: dat Trump een oliedomme, van empathie gespeende pestkop is, een maffiakoning die maatschappelijke onvrede kanaliseert voor eigen ego en gewin.[1]
- treiteraar (mannelijke vorm), kwelduivel, kweller
- treiteraarster (vrouwelijke vorm)
- Het woord pestkop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pestkop" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ www.nrc.nl (27 mrt 2025)
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be