persoonlijkheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- per·soon·lijk·heid
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van persoonlijk met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | persoonlijkheid | persoonlijkheden |
verkleinwoord | persoonlijkheidje | persoonlijkheidjes |
Zelfstandig naamwoord
de persoonlijkheid v
- het geheel van kenmerken en gedragingen dat iemand uniek maakt
- Hij is een heel vriendelijke persoonlijkheid.
- ▸ Ieder met jullie geheel eigen persoonlijkheid, stijl, ritme, gevoel en dromen.[1]
- ▸ Een andere optie die hij noemt is de zogeheten multifunctionele landbouw: het aantal dieren op je boerenbedrijf verminderen en combineren met een andere dienst. Denk aan kamperen op het erf van een boer, of een kinderopvang bij de boerderij. "Maar of dat mogelijk is, hangt af van waar je zit en de persoonlijkheid van de boer. Niet iedereen zit op een kinderopvang op z'n erf te wachten", aldus de onderzoeker.[2]
- iemand die bekend is door [1] bij een groter publiek
- Dit zijn persoonlijkheden die stempel gedrukt hebben op een hele generatie.
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. het geheel van kenmerken en gedragingen dat iemand uniek maakt
Gangbaarheid
- Het woord persoonlijkheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "persoonlijkheid" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Weblink bron “Deze opties hebben boeren om minder stikstof uit te stoten” (25 juni 2022), NU.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be