penibel
- pe·ni·bel
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘pijnlijk’ voor het eerst aangetroffen in 1648 [1]
- uit het Frans [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | penibel | penibeler | penibelst |
verbogen | penibele | penibelere | penibelste |
partitief | penibels | penibelers | - |
penibel [3]
- van een situatie dat deze heel gevaarlijk is
- In plaats van de ogen te openen voor de vicieuze cirkel waartoe hun beleid leidt, verschuilen politici zich achter niet-gestaafde beschuldigingen richting hulporganisaties en individuen die mensen in penibele omstandigheden proberen te helpen. Artsen Zonder Grenzen werd tijdens haar zoek- en reddingsoperatie op zee beschoten door de Libische kustwacht en wordt er herhaaldelijk van beschuldigd onder één hoedje met de smokkelaars te spelen. Maar wíé zit er nu precies met criminelen in het complot? Zij die mensen willen redden of zij die faciliteren dat mensen als een supermarktartikel worden verkocht? [4]
- Veel opgesloten Amerikanen slaan noodkreten via Twitter en Facebook. Ze posten foto's van hun penibele situatie, zetten hun adres erbij en vragen mensen die noodkreet verder te verspreiden. [5]
- Het woord penibel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "penibel" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ "penibel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ penibel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Standaard DONDERDAG 7 SEPTEMBER 2017
- ↑ Tubantia Cyril Rosman 28-08-2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be