• pakt
vervoeging van
pakken

pakt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pakken
    • Jij pakt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pakken
    • Hij pakt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van pakken
    • Pakt! 


  • Afgeleid van het Latijnse pactum

pakt m

  1. pact


  • pakt
  • Afgeleid van het Latijnse pactum

pakt monbezield

  1. pact
    «Pakt Ribbentrop-Molotov oficiálně stvrdil spolupráci mezi nacistickým Německem a Sovětským svazem.»
    Het Molotov-Ribbentroppact bevestigde officieel de samenwerking tussen Nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie.