Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • oxi·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oxide oxiden
oxides
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het oxideo

  1. (scheikunde) een verbinding van zuurstof waarin dit element in de oxidatietoestand -2 voorkomt en het geen onderdeel van een complex ion vormt
    • De langzame vorming van oxiden van ijzer wordt wel roesten genoemd. 
Hyperoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

91 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen


Schots

Zelfstandig naamwoord

oxide

  1. (scheikunde) oxide; een verbinding van zuurstof waarin dit element in de oxidatietoestand -2 voorkomt en het geen onderdeel van een complex ion vormt

Meer informatie


Slowaaks

Uitspraak
  • IPA: /ɔksɪdɛ/

Zelfstandig naamwoord

oxide

  1. locatief enkelvoud van oxid


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
oxidar

oxide

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van oxidar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van oxidar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van oxidar
vervoeging van
oxidarse

oxide

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van oxidarse
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van oxidarse
  3. gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van oxidarse


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /ɔksɪdɛ/

Zelfstandig naamwoord

oxide

  1. vocatief enkelvoud van oxid