• oxi·da·se
  • van Frans oxydase, in 1896 voor het eerst gebruikt door de Franse biochemicus G. Bertrand  , met die schrijfwijze in het Nederlands aangetroffen vanaf 1896 (zie vindplaats hieronder) [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord oxidase oxidases
verkleinwoord - -

de oxidasev

  1. (biochemie) benaming voor enzymen die zich aan zuurstof binden en het daardoor kunnen vervoeren
    • Via enzymatische verbranding, waarbij oxidases zorgen voor de nodige waterstofperoxide, wordt lignine afgebroken. Hierbij dient glucose als substraat voor de enzymen. Tot zijn verbazing ontdekte De Jong dat tijdens de afbraak naast niet-gechloreerde ook gechloreerde metabolieten ontstonden. "We hebben gekeken of deze verbindingen kunnen dienen als substraat voor oxidase. En dat is inderdaad het geval." [2]
    • Volgens Kossmann zoude men hier te doen hebben met een hydroliseerend ferment, terwijl Br., die zijn onderzoek heeft uitgestrekt tot versche digitalisbladeren en versche vruchten van bitter-zoet gevonden heeft, dat er een oxydeerend ferment, een oxydase aanwezig is, [3]
  • oxydase (officiële spelling tot 1996)
42 % van de Nederlanders;
48 % van de Vlamingen.[4]


vervoeging van
oxidar

oxidase

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van oxidar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van oxidar
vervoeging van
oxidarse

oxidase

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van oxidarse
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van oxidarse