overwegen
- over·we·gen
- [A] van Middelnederlands overwegen, op te vatten als samenstelling van over bw "tegenover elkaar" en wegen ww "gewicht bepalen (figuurlijk)" [1]
- [B] samenstelling van over bw "opnieuw" en wegen ww "gewicht bepalen" [2]
- [C] overweg zn met de uitgang -en
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
overwegen |
overwoog |
overwogen |
klasse 2 | volledig | [A] |
[A] overwégen
- de voor- en nadelen bezien alvorens een beslissing te nemen.
de voor- en nadelen bezien alvorens een beslissing te nemen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
overwegen |
woog over |
overgewogen |
klasse 2 | volledig | [B] |
- Het woord overwegen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "overwegen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- 1 2 Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be