onverwoestbaar
- Geluid: onverwoestbaar (hulp, bestand)
- IPA: / ˌɔɱvərˈwus(t)bar / (4 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˌɔn.vərˈʋust.bar/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˌɔn.vərˈβ̞ust.bar/
- on·ver·woest·baar
- Afgeleid van de stam van verwoesten met het voorvoegsel on- en met het achtervoegsel -baar.
onverwoestbaar
- niet stuk te krijgen, buitengewoon robuust
- Het elftal liet een onverwoestbare indruk achter met die 5-1 overwinning.
1. niet stuk te krijgen, buitengewoon robuust
- Het woord onverwoestbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "onverwoestbaar" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be