Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·vlam·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen ontvlambaar ontvlambaarder ontvlambaarst
verbogen ontvlambare ontvlambaardere ontvlambaarste
partitief ontvlambaars ontvlambaarders -

Bijvoeglijk naamwoord

ontvlambaar

  1. makkelijk in brand kunnen vliegen
    • Benzine is een licht ontvlambare vloeistof. 
  2. van een persoon dat hij makkelijk opgewonden kan raken
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be