onderschrijven/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van onderschrijven
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		onderschrijven			te onderschrijven
	toekomend		zullen onderschrijven			te zullen onderschrijven
voltooid	tegenwoordig		hebben onderschreven			te hebben onderschreven
	toekomend		onderschreven zullen hebben			onderschreven te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	onderschrijvend		onderschreven			ev. onderschrijf	mv. verouderd onderschrijft	onderschrijve
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	onderschrijf	onderschrijft	onderschrijft	onderschrijft	onderschrijft	onderschrijven	onderschrijven	onderschrijven
verleden (o.v.t.)	onderschreef	onderschreef	onderschreef	onderschreeft	onderschreef	onderschreven	onderschreven	onderschreven
toekomend (o.t.t.t.)	zal onderschrijven	zult/zal onderschrijven	zult/zal onderschrijven	zult onderschrijven	zal onderschrijven	zullen onderschrijven	zullen onderschrijven	zullen onderschrijven
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou onderschrijven	zou onderschrijven	zou(dt) onderschrijven	zoudt onderschrijven	zou onderschrijven	zouden onderschrijven	zouden onderschrijven	zouden onderschrijven
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb onderschreven	hebt onderschreven	hebt/heeft onderschreven	hebt onderschreven	heeft onderschreven	hebben onderschreven	hebben onderschreven	hebben onderschreven
verleden (v.v.t.)	had onderschreven	had onderschreven	had onderschreven	hadt onderschreven	had onderschreven	hadden onderschreven	hadden onderschreven	hadden onderschreven
toekomend (v.t.t.t.)	zal onderschreven hebben	zal/zult onderschreven hebben	zult/zal onderschreven hebben	zult onderschreven hebben	zal onderschreven hebben	zullen onderschreven hebben	zullen onderschreven hebben	zullen onderschreven hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou onderschreven hebben	zou onderschreven hebben	zou/zoudt onderschreven hebben	zoudt onderschreven hebben	zou onderschreven hebben	zouden onderschreven hebben	zouden onderschreven hebben	zouden onderschreven hebben
onpersoonlijke lijdende vorm onderschreven worden
	onvoltooid				voltooid
tegenwoordig	er wordt onderschreven				er is onderschreven
verleden	er werd onderschreven				er was onderschreven
toekomend	er zal onderschreven worden				er zal onderschreven zijn
voorwaardelijk	er zou onderschreven worden				er zou onderschreven zijn
lijdende vorm onderschreven worden
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		onderschreven worden			onderschreven te worden
	toekomend		onderschreven zullen worden			onderschreven te zullen worden
voltooid	tegenwoordig		onderschreven zijn			onderschreven te zijn
	toekomend		onderschreven zullen zijn			onderschreven te zullen zijn
	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (o.t.t.)	word onderschreven	wordt onderschreven	wordt onderschreven	wordt onderschreven	wordt onderschreven	worden onderschreven	worden onderschreven	worden onderschreven
verleden (o.v.t.)	werd onderschreven	werd onderschreven	werd onderschreven	werdt onderschreven	werd onderschreven	werden onderschreven	werden onderschreven	werden onderschreven
toekomend (o.t.t.t.)	zal onderschreven worden	zult onderschreven worden	zult onderschreven worden	zult onderschreven worden	zal onderschreven worden	zullen onderschreven worden	zullen onderschreven worden	zullen onderschreven worden
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou onderschreven worden	zou onderschreven worden	zou/zoudt onderschreven worden	zoudt onderschreven worden	zou onderschreven worden	zouden onderschreven worden	zouden onderschreven worden	zouden onderschreven worden
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	ben onderschreven	bent onderschreven	bent/is onderschreven	zijt onderschreven	is onderschreven	zijn onderschreven	zijn onderschreven	zijn onderschreven
verleden (v.v.t.)	was onderschreven	was onderschreven	was onderschreven	waart onderschreven	was onderschreven	waren onderschreven	waren onderschreven	waren onderschreven
toekomend (v.t.t.t.)	zal onderschreven zijn	zult onderschreven zijn	zult onderschreven zijn	zult onderschreven zijn	zal onderschreven zijn	zullen onderschreven zijn	zullen onderschreven zijn	zullen onderschreven zijn
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou onderschreven zijn	zou onderschreven zijn	zou/zoudt onderschreven zijn	zoudt onderschreven zijn	zou onderschreven zijn	zouden onderschreven zijn	zouden onderschreven zijn	zouden onderschreven zijn