ondermijnen/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van ondermijnen | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | ondermijnen | te ondermijnen | ||||||||
toekomend | zullen ondermijnen | te zullen ondermijnen | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben ondermijnd | te hebben ondermijnd | ||||||||
toekomend | ondermijnd zullen hebben | ondermijnd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
ondermijnend | ondermijnd | ev. ondermijn |
mv. verouderd ondermijnt |
ondermijne | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | ondermijn | ondermijnt | ondermijnt | ondermijnt | ondermijnt | ondermijnen | ondermijnen | ondermijnen | |||
verleden (o.v.t.) | ondermijnde | ondermijnde | ondermijnde | ondermijnde | ondermijnde | ondermijnden | ondermijnden | ondermijnden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal ondermijnen | zult/zal ondermijnen | zult/zal ondermijnen | zult ondermijnen | zal ondermijnen | zullen ondermijnen | zullen ondermijnen | zullen ondermijnen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou ondermijnen | zou ondermijnen | zou(dt) ondermijnen | zoudt ondermijnen | zou ondermijnen | zouden ondermijnen | zouden ondermijnen | zouden ondermijnen | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb ondermijnd | hebt ondermijnd | hebt/heeft ondermijnd | hebt ondermijnd | heeft ondermijnd | hebben ondermijnd | hebben ondermijnd | hebben ondermijnd | |||
verleden (v.v.t.) | had ondermijnd | had ondermijnd | had ondermijnd | hadt ondermijnd | had ondermijnd | hadden ondermijnd | hadden ondermijnd | hadden ondermijnd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal ondermijnd hebben | zal/zult ondermijnd hebben | zult/zal ondermijnd hebben | zult ondermijnd hebben | zal ondermijnd hebben | zullen ondermijnd hebben | zullen ondermijnd hebben | zullen ondermijnd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou ondermijnd hebben | zou ondermijnd hebben | zou/zoudt ondermijnd hebben | zoudt ondermijnd hebben | zou ondermijnd hebben | zouden ondermijnd hebben | zouden ondermijnd hebben | zouden ondermijnd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm ondermijnd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt ondermijnd | er is ondermijnd | |||||||||
verleden | er werd ondermijnd | er was ondermijnd | |||||||||
toekomend | er zal ondermijnd worden | er zal ondermijnd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou ondermijnd worden | er zou ondermijnd zijn | |||||||||
lijdende vorm ondermijnd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | ondermijnd worden | ondermijnd te worden | ||||||||
toekomend | ondermijnd zullen worden | ondermijnd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | ondermijnd zijn | ondermijnd te zijn | ||||||||
toekomend | ondermijnd zullen zijn | ondermijnd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word ondermijnd | wordt ondermijnd | wordt ondermijnd | wordt ondermijnd | wordt ondermijnd | worden ondermijnd | worden ondermijnd | worden ondermijnd | |||
verleden (o.v.t.) | werd ondermijnd | werd ondermijnd | werd ondermijnd | werdt ondermijnd | werd ondermijnd | werden ondermijnd | werden ondermijnd | werden ondermijnd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal ondermijnd worden | zult ondermijnd worden | zult ondermijnd worden | zult ondermijnd worden | zal ondermijnd worden | zullen ondermijnd worden | zullen ondermijnd worden | zullen ondermijnd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou ondermijnd worden | zou ondermijnd worden | zou/zoudt ondermijnd worden | zoudt ondermijnd worden | zou ondermijnd worden | zouden ondermijnd worden | zouden ondermijnd worden | zouden ondermijnd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben ondermijnd | bent ondermijnd | bent/is ondermijnd | zijt ondermijnd | is ondermijnd | zijn ondermijnd | zijn ondermijnd | zijn ondermijnd | |||
verleden (v.v.t.) | was ondermijnd | was ondermijnd | was ondermijnd | waart ondermijnd | was ondermijnd | waren ondermijnd | waren ondermijnd | waren ondermijnd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal ondermijnd zijn | zult ondermijnd zijn | zult ondermijnd zijn | zult ondermijnd zijn | zal ondermijnd zijn | zullen ondermijnd zijn | zullen ondermijnd zijn | zullen ondermijnd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou ondermijnd zijn | zou ondermijnd zijn | zou/zoudt ondermijnd zijn | zoudt ondermijnd zijn | zou ondermijnd zijn | zouden ondermijnd zijn | zouden ondermijnd zijn | zouden ondermijnd zijn |