onderdompelen/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van onderdompelen | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | onderdompelen | onder te dompelen | ||||||||
toekomend | zullen onderdompelen onder zullen dompelen |
te zullen onderdompelen onder te zullen dompelen | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben ondergedompeld | te hebben ondergedompeld | ||||||||
toekomend | ondergedompeld zullen hebben | ondergedompeld te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
onderdompelend | ondergedompeld | ev. dompel onder |
mv. verouderd dompelt onder |
dompele onder (bijzin) onderdompele | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | dompel onder | dompelt onder | dompelt onder | dompelt onder | dompelt onder | dompelen onder | dompelen onder | dompelen onder | |||
verleden (o.v.t.) | dompelde onder | dompelde onder | dompelde onder | dompelde onder | dompelde onder | dompelden onder | dompelden onder | dompelden onder | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal onderdompelen | zult/zal onderdompelen | zult/zal onderdompelen | zult onderdompelen | zal onderdompelen | zullen onderdompelen | zullen onderdompelen | zullen onderdompelen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou onderdompelen | zou onderdompelen | zou(dt) onderdompelen | zoudt onderdompelen | zou onderdompelen | zouden onderdompelen | zouden onderdompelen | zouden onderdompelen | |||
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | onderdompel | onderdompelt | onderdompelt | onderdompelt | onderdompelt | onderdompelen | onderdompelen | onderdompelen | |||
verleden (o.v.t.) | onderdompelde | onderdompelde | onderdompelde | onderdompelde | onderdompelde | onderdompelden | onderdompelden | onderdompelden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal onderdompelen onder zal dompelen |
zult/zal onderdompelen onder zult/zal dompelen |
zult/zal onderdompelen onder zult/zal dompelen |
zult onderdompelen onder zult dompelen |
zal onderdompelen onder zal dompelen |
zullen onderdompelen onder zullen dompelen |
zullen onderdompelen onder zullen dompelen |
zullen onderdompelen onder zullen dompelen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou onderdompelen onder zou dompelen |
zou onderdompelen onder zou dompelen |
zou(dt) onderdompelen onder zou(dt) dompelen |
zoudt onderdompelen onder zoudt dompelen |
zou onderdompelen onder zou dompelen |
zouden onderdompelen onder zouden dompelen |
zouden onderdompelen onder zouden dompelen |
zouden onderdompelen onder zouden dompelen | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb ondergedompeld | hebt ondergedompeld | hebt/heeft ondergedompeld | hebt ondergedompeld | heeft ondergedompeld | hebben ondergedompeld | hebben ondergedompeld | hebben ondergedompeld | |||
verleden (v.v.t.) | had ondergedompeld | had ondergedompeld | had ondergedompeld | hadt ondergedompeld | had ondergedompeld | hadden ondergedompeld | hadden ondergedompeld | hadden ondergedompeld | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal ondergedompeld hebben | zal/zult ondergedompeld hebben | zult/zal ondergedompeld hebben | zult ondergedompeld hebben | zal ondergedompeld hebben | zullen ondergedompeld hebben | zullen ondergedompeld hebben | zullen ondergedompeld hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou ondergedompeld hebben | zou ondergedompeld hebben | zou/zoudt ondergedompeld hebben | zoudt ondergedompeld hebben | zou ondergedompeld hebben | zouden ondergedompeld hebben | zouden ondergedompeld hebben | zouden ondergedompeld hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm ondergedompeld worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt ondergedompeld | er is ondergedompeld | |||||||||
verleden | er werd ondergedompeld | er was ondergedompeld | |||||||||
toekomend | er zal ondergedompeld worden | er zal ondergedompeld zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou ondergedompeld worden | er zou ondergedompeld zijn | |||||||||
lijdende vorm ondergedompeld worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | ondergedompeld worden | ondergedompeld te worden | ||||||||
toekomend | ondergedompeld zullen worden | ondergedompeld te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | ondergedompeld zijn | ondergedompeld te zijn | ||||||||
toekomend | ondergedompeld zullen zijn | ondergedompeld te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word ondergedompeld | wordt ondergedompeld | wordt ondergedompeld | wordt ondergedompeld | wordt ondergedompeld | worden ondergedompeld | worden ondergedompeld | worden ondergedompeld | |||
verleden (o.v.t.) | werd ondergedompeld | werd ondergedompeld | werd ondergedompeld | werdt ondergedompeld | werd ondergedompeld | werden ondergedompeld | werden ondergedompeld | werden ondergedompeld | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal ondergedompeld worden | zult ondergedompeld worden | zult ondergedompeld worden | zult ondergedompeld worden | zal ondergedompeld worden | zullen ondergedompeld worden | zullen ondergedompeld worden | zullen ondergedompeld worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou ondergedompeld worden | zou ondergedompeld worden | zou/zoudt ondergedompeld worden | zoudt ondergedompeld worden | zou ondergedompeld worden | zouden ondergedompeld worden | zouden ondergedompeld worden | zouden ondergedompeld worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben ondergedompeld | bent ondergedompeld | bent/is ondergedompeld | zijt ondergedompeld | is ondergedompeld | zijn ondergedompeld | zijn ondergedompeld | zijn ondergedompeld | |||
verleden (v.v.t.) | was ondergedompeld | was ondergedompeld | was ondergedompeld | waart ondergedompeld | was ondergedompeld | waren ondergedompeld | waren ondergedompeld | waren ondergedompeld | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal ondergedompeld zijn | zult ondergedompeld zijn | zult ondergedompeld zijn | zult ondergedompeld zijn | zal ondergedompeld zijn | zullen ondergedompeld zijn | zullen ondergedompeld zijn | zullen ondergedompeld zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou ondergedompeld zijn | zou ondergedompeld zijn | zou/zoudt ondergedompeld zijn | zoudt ondergedompeld zijn | zou ondergedompeld zijn | zouden ondergedompeld zijn | zouden ondergedompeld zijn | zouden ondergedompeld zijn |