onbekookt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: onbekookt (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɔmbəˌkokt / (3 lettergrepen), predicatief: / ˌɔmbəˈkokt / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- on·be·kookt
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘ondoordacht’ voor het eerst aangetroffen in 1854 [1]
- afgeleid van bekookt met het voorvoegsel on- [2][3]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onbekookt | onbekookter | onbekooktst |
verbogen | onbekookte | onbekooktere | onbekooktste |
partitief | onbekookts | onbekookters | - |
Bijvoeglijk naamwoord
onbekookt
- (verouderd) (kookkunst) niet gaar, niet lang genoeg in heet water verhit
- (figuurlijk) niet zorgvuldig overwogen, onvoldoende doordacht
Synoniemen
Antoniemen
- [1] halfgaar
- [2] halfbakken, uitgekiend, welbekookt
Gangbaarheid
- Het woord onbekookt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "onbekookt" herkend door:
35 % | van de Nederlanders; |
32 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ "onbekookt" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ onbekookt op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be