omvolking

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  omvolking    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈɔmvɔlkɪŋ / (3 lettergrepen); /ˈɔm.vɔl.kɪŋ/

Woordafbreking

• om·vol·king

Woordherkomst en -opbouw

• Leenvertaling van Duits Umvolkung, afleidende samenstelling van  om bw  en  volk zn  met het achtervoegsel -ing, in de Nederlandse taal aangetroffen vanaf 1938 (zie vindplaats hieronder)
  Weer in zwang geraakt in de jaren 90 door de opkomst van de Oostenrijkse ultrarechtse partij FPÖ. Sinds 2016 ook gebruikt als vertaling van Engels Great Replacement en Frans Grand remplacement.

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	omvolking	omvolkingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de omvolking v

1. het bewust (deels) vervangen van een oorspronkelijk volk of bevolking door een nieuw of ander volk of bevolking

   • Volgens sommige rechtse groeperingen is de elite uit op de omvolking van Nederland door het binnenlaten van grote groepen immigranten. 

   ▸ Er kan geen andere conclusie zijn dat de ‘omvolking’ van Europa voor Brussel de hoogste prioriteit heeft, ongeacht wat de drijfveer en de uitkomst is.

   ▸ Spreekt Aula in het kader van de immigratie over 'Umvölkung' - een uitdrukking die ook de nazi's gebruikten - dan is dat volgens Der 13. veel te zwak uitgedrukt. "Wat zich voor onze ogen in Oostenrijk afspeelt, is geen omvolking, maar een ontvolking". Met lede ogen constateert het blad de toename van het aantal moslims. (...) Terwijl Der 13. de Austro-fascistische dictatoren Dolfuß en Schußnig in ere houdt, dweept Aula met nazi-Duitsland, dat Oostenrijk in 1938 inlijfde.

   ▸ Duitsland is een verouderd land met een steeds teruglopend geboorteoverschot. Bij voortzetting is inkrimping der bevolking te verwachten van 65 millioen in 1935 tot ± 30 m. bij het einde van de 20ste eeuw, met mogelijke gevolgen: vermindering van gebouwen, personeel, huisraad, uitzet; gevaar voor „omvolking” (bezetten van open gekomen plaatsen door vreemde elementen); crisis van ziekte- ouderdoms- en invaliditeitsverzekering (een grooter aantal rentegerechtigden en steeds kleiner wordend aantal renteplichtigen).

2. een complottheorie die aanvankelijk werd uitgedragen binnen extreemrechtse kringen met betrekking tot de vermeende vervanging van de westerse inheemse bevolking door immigranten met een niet-westerse cultuur, maar vanaf de jaren 2020 ook ingang vindt in de gewone politieke arena.

   ▸ Een andere opvallende constatering van de onderzoekers: er zijn steeds meer extreemrechtse samenzweringstheoriën in omloop, verspreid door partijen als Forum voor Democratie en PVV, die bijvoorbeeld suggereren dat er sprake is van 'omvolking' - het idee dat een grotere macht het blanke ras wil marginaliseren.

   ▸ Wat ze alle drie gemeen hebben: hun geschrijf staat boordevol vreemdelingenhaat en racisme. Ze waarschuwen voor 'omvolking', vrezen dat nieuwkomers hun eigen bevolking zullen verdrijven en zien geen andere oplossing dan geweld om dat te voorkomen

   ▸ Omvolking. De term heeft zich vanuit extreemrechtse hoek een weg gebaand naar de mainstream politieke arena.

Verwante begrippen

• ontvolken, ontvolking, Grote vervanging (Grand Replacement)

Vertalingen

    1.   

Deens: store udskiftning (da) Duits: Umvolkung (de), Ethnomorphose (de) v, Großer Austausch (de) Engels: Great Replacement (en)

Frans: grand remplacement (fr) m Russisch: Великое замещение (ru) o Spaans: gran reemplazo (es) m

Gangbaarheid

• Het woord 'omvolking' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.