• off·shore
stellend
onverbogen offshore
verbogen -

offshore

  1. niet op het vasteland
    • Hij deed offshore werk op een olieplatform. 
  2. (bedrijfskunde) uitbesteed naar een veraf gelegen land met veel lagere lonen of belastingen
    • Dit systeem is offshore ontworpen en ontwikkeld. 
enkelvoud meervoud
naamwoord offshore -
verkleinwoord - -

de offshorem

  1. (economie) delfstoffenwinning op zee (vooral olie en gas)
    • In de offshore zijn de werkomstandigheden vaak zwaar, maar daar staat een goede beloning tegenover. 
91 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[2]


offshore

  1. (beweging) van de kust af
  2. (ligging) in zee
  3. (figuurlijk) in een land met lagere lonen of belastingen