oase
- oa·se
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘vruchtbare plaats in woestijn’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oase | oasen oases |
verkleinwoord | oasetje | oasetjes |
de oase v
- plek in een woestijn waar water voorhanden is, en vegetatie groeit
- (figuurlijk) plaats waar men soelaas vindt
- Een oase van rust in de drukke stad.
- ▸ Kennedy Meadows is een soort oase die je als een draaikolk kan opslokken en waar je veel te lang in kunt blijven hangen.[2]
1. plek in een woestijn waar water voorhanden is en vegetatie groeit.
- Het woord oase staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "oase" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "oase" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be