noordelijk wortelknobbelaaltje

 
Noordelijk wortelknobbelaaltje op peen
  • (IPA in voorbereiding)
  • noor·de·lijk wor·tel·knob·bel·aal·tje
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord noordelijk wortelknobbelaaltje noordelijke wortelknobbelaaltjes

het noordelijk wortelknobbelaaltjeo dim. tant.

  1. (wormen) Meloidogyne hapla   een polyfaag wortelknobbelaaltje, dat spoelvormige, 1-6 x 0,5-5 mm grote wortelknobbeltjes vormt. Als de larve van het tweede larvale stadium de hoofdwortel binnendringt, gaat deze meestal vertakken. Hierdoor ontstaat er een bossig wortelstelsel. Dit wortelknobbelaaltje kan ook aardappelen aantasten, maar leeft verder op de wortels van andere planten (soorten uit de vlinderbloemenfamilie, mais en andere graansoorten). Mais en granen vermeerderen het aaltje echter niet. Meer dan 550 plantensoorten kunnen aangetast worden