Nederlands

Uitspraak
 
penen
Woordafbreking
  • peen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord peen penen
verkleinwoord peentje peentjes

Zelfstandig naamwoord

de peenv / m

  1. (groente) een eetbare wortelsoort, Daucus carota  
  2. (verouderd) straf, boete
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Anagrammen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

  • [1] peen op Wikidata  
  • [1] peen op "Wilde planten in Nederland en België"

Verwijzingen