neep
- neep
vervoeging van |
---|
nijpen |
neep
- enkelvoud verleden tijd van nijpen
- Ik neep.
- Jij neep.
- Hij, zij, het neep.
- Ik neep.
- Het woord neep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "neep" herkend door:
23 % | van de Nederlanders; |
59 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be