• neep
vervoeging van
nijpen

neep

  1. enkelvoud verleden tijd van nijpen
    • Ik neep. 
    • Jij neep. 
    • Hij, zij, het neep. 
23 % van de Nederlanders;
59 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be