nijpen
- nij·pen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
nijpen |
neep |
genepen |
klasse 1 | volledig |
nijpen
- absoluut in het nauw brengen
- De afhankelijkheid van fossiele brandstoffen nijpt meer en meer.
- overgankelijk (verouderd) knijpen, samendrukken
- Zij was hevig ontsteld toen ze 'per ongeluk' in haar billen werd genepen.
1.
- Het woord nijpen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "nijpen" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "nijpen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ nijpen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be