nijg
- nijg
nijg
- met veel gedrevenheid
- in hoge mate
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | nijg | nijger | nijgst |
verbogen | nijge | nijgere | nijgste |
nijg
- (jongerentaal) bijzonder aantrekkelijk
vervoeging van |
---|
nijgen |
nijg
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nijgen
- Ik nijg.
- gebiedende wijs van nijgen
- Nijg!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nijgen
- Nijg je?
- Het woord nijg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "nijg" herkend door:
65 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be