keinijg
- kei·nijg
- intensiverende samenstelling van kei zn "versterkend, naar analogie van keihard" en nijg bn "aantrekkelijk"
keinijg
- (jongerentaal) in hoogste mate
- 'Hij is altijd een moederlijke vriend voor mij geweest,' verduidelijkte zij op fluistertoon de oorzaak van haar toornige blikken, 'anoniem van verre en tot in mijn donkerste meisjesuren. Als dat keinijg geen liefde is. [1]
stellend | |
---|---|
onverbogen | keinijg |
verbogen | keinijge |
partitief | keinijgs |
keinijg
- (jongerentaal) uiterst aantrekkelijk
- Of was het dragen van zulk ordinairst schoeisel op het uur van heden integendeel heel blits en superchic en heeltemaal keinijg met de duurste mode mee? [2]
- Het woord keinijg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "keinijg" herkend door:
4 % | van de Nederlanders; |
62 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Roobjee, P."Niets te vieren" (2016) Em. Querido's Uitgeverij, Amsterdam; ISBN 9789021402031; geraadpleegd 2018-07-01
- ↑ Roobjee, P."Niets te vieren" (2016) Em. Querido's Uitgeverij, Amsterdam; ISBN 9789021402031; geraadpleegd 2018-07-01
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be