neoplasma

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  neoplasma    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• neo·plas·ma

Woordherkomst en -opbouw

• In de betekenis van ‘gezwel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1948
• afgeleid van plasma met het voorvoegsel neo-

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	neoplasma	neoplasma's
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

het neoplasma o

1. (medisch) abnormale weefselgroei, gezwel

   • neoplasma van capillairen. 

Synoniemen

• neoplasie, neoplasme, nieuwvorming

Afgeleide begrippen

• neoplastisch

Verwante begrippen

• gezwel, kanker, tumor

Vertalingen

    1.   

Duits: Neoplasma (de) o Engels: neoplasm (en) Estisch: kasvaja (et) Frans: néoplasme (fr) m Grieks: νεόπλασμα (el) o

Italiaans: neoplasma (it) m Japans: 新生物 (ja) Pools: neoplazja (pl), nowotwór (pl) Turks: neoplazma (tr)

Gangbaarheid

• Het woord neoplasma staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.