neoplastisch
- neo·plas·tisch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | neoplastisch | neoplastischer | |
verbogen | neoplastische | neoplastischere | |
partitief | neoplastisch | neoplastischers | - |
neoplastisch
- (medisch) gepaard gaand met nieuwvorming
- Genetische instabiliteit in de neoplastische cellen.
1. gepaard gaand met nieuwvorming
- Het woord 'neoplastisch' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.