negenenhalf
- Geluid: negenenhalf (hulp, bestand)
- ne·gen·en·half
- samenstelling van negen en half met het invoegsel -en-
stellend | |
---|---|
onverbogen | negenenhalf |
verbogen | negenenhalve |
negenenhalf
- (breukgetal) de breuk 9½; negen en een half
- Het duurde negenenhalf uur.
- Na negenenhalve minuut viel het eerste doelpunt.
Breukgetallen in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
half • anderhalf • tweeënhalf • drieënhalf • vierenhalf • vijfenhalf • zesenhalf • zevenenhalf • achtenhalf • negenenhalf |
- Het woord negenenhalf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.