nauwkeurigheid
- nauw·keu·rig·heid
- Afgeleid van nauwkeurig met het achtervoegsel -heid.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nauwkeurigheid | nauwkeurigheden |
verkleinwoord | nauwkeurigheidje | nauwkeurigheidjes |
de nauwkeurigheid v
- de mate waarin men zaken tot in de puntjes behandelt
- Met grote nauwkeurigheid is dit vooraf vast te stellen.
- (wetenschap) de mate waarin een gemeten gemiddelde waarde van iets overeenkomt met de werkelijke waarde
- De volgende figuur toont de gesommeerde nauwkeurigheid voor alle landbouwklassen per provincie.
- [1] accuratesse, nauwgezetheid, precisie, zorgvuldigheid
- [2] foutmarge, nauwkeurigheidsmarge, onnauwkeurigheid, precisie, steekproefmarge
1. de mate waarin men zaken tot in de puntjes behandelt
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord nauwkeurigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.