• on·nauw·keu·rig·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord onnauwkeurigheid onnauwkeurigheden
verkleinwoord

de onnauwkeurigheidv

  1. het niet of onvoldoende nauwkeurig zijn
    • Fouten ontstaan door onnauwkeurigheid. 
  2. (wetenschap) afwijking bij het meten van een (bijv. natuurkundige) grootheid