nadenkend
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- na·den·kend
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van na en denkend
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | nadenkend | nadenkender | nadenkendst |
verbogen | nadenkende | nadenkendere | nadenkendste |
partitief | nadenkends | nadenkenders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
nadenkend
- met, in, of getuigend van nadenken
Verwante begrippen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
Werkwoord
vervoeging van: | nadenken |
verbogen vorm: | nadenkende |
nadenkend
Gangbaarheid
- Het woord nadenkend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "nadenkend" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be