na-ijver
- na-ij·ver
- samenstelling van na vz en ijver zn , geschreven met een koppelteken volgens spellingregel 7.A; in de betekenis van ‘jaloezie’ aangetroffen vanaf 1635 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | na-ijver | - |
verkleinwoord | - | - |
de na-ijver m
- naijver (officiële spelling tot 2006)
- Het woord na-ijver staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "na-ijver" herkend door:
72 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ na-ijver op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "na-ijver" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be