jaloezie
- ja·loe·zie
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘afgunst’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1300 [1]
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘optrekbaar zonnescherm’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1892 [1]
2 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | jaloezie | jaloezieën |
verkleinwoord | jaloezietje | jaloezietjes |
de jaloezie v
- (psychologie) geen meervoud gevoel van leed of spijt over het goede dat een ander te beurt valt en dat men hem niet gunt
- Niet dat The Favourite zich iets aantrekt van de werkelijkheid, of hoe die werkelijkheid er in films over die periode doorgaans uitziet. Dat komt door het smeuïge scenario van Deborah Davis en Tony McNamara, vol seks en jaloezie, verraad en vulgariteiten. Het woord ‘kutwijf’ valt verrassend vaak. [2]
- zonnescherm, bestaande uit horizontale lamellen
- [1] afgunst
1. gevoel
- Het woord jaloezie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "jaloezie" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ 1,0 1,1 "jaloezie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ de Volkskrant Floortje Smit 2 januari 2019 The Favourite is verschrikkelijk grappig en oneindig tragisch (vijf sterren)
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- Van het Nederlandse jaloezie
enkelvoud of impliciet meervoud |
expliciet meervoud |
---|---|
jaloezie | - |
jaloezie
- [1] yalusia, envidia, jaloersheid/yalursheit