• mu·tant
enkelvoud meervoud
naamwoord mutant mutanten
verkleinwoord mutantje mutantjes

de mutantm

  1. (biologie) individu met eigenschappen die het gevolg zijn van een wijziging in de genetische informatie
    • Mutanten zijn een belangrijk hulpmiddel in wetenschappelijk onderzoek, en dus ook in de plantenfysiologie. 
    • de mutant is verder een graag geziene gast in sciencefictionfilms 
  2. (taalkunde) foneem dat in de plaats van een ander treedt
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen mutant mutanter mutantst
verbogen mutante mutantere mutantste
partitief mutants mutanters -

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord

mutant

  1. met een mutatie
    • De mutante plant is resistenter tegen ziektes. 
97 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[3]