• muk·ke
Naar frequentie 135291
vervoeging
onbepaalde wijs mukke
tegenwoordige tijd mukker
verleden tijd mukka
mukket
voltooid
deelwoord
mukka
mukket
onvoltooid
deelwoord
mukkende
lijdende vorm mukkes
gebiedende wijs mukk
vervoegingsklasse Klasse 1 zwak
opmerking

mukke

  1. onovergankelijk mopperen
    «Etter resultatene i vinterlekene våger i alle fall ikke vi å mukke
    Na de uitslag van de Winterspelen durven we immers niet te mopperen.
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   mukke     m: mukken
v: mukka  
  mukker     mukkene  
genitief   mukkes     m: mukkens
v: mukkas  
  mukkers     mukkenes  

mukke, m / v

  1. hoop, set van iets


  • muk·ke
vervoeging
onbepaalde wijs mukke
mukka
tegenwoordige tijd mukkar
verleden tijd mukka
voltooid
deelwoord
mukka
onvoltooid
deelwoord
mukkande
lijdende vorm mukkast
gebiedende wijs mukk
mukka
mukke
vervoegingsklasse Klasse 1 zwak
opmerking

mukke onovergankelijk mopperen

mukke

  1. gebiedende wijs van mukka

mukke

  1. gebiedende wijs van mukke
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   mukke     mukka     mukker     mukkene  

mukke, v

  1. hoop, set van iets
  2. kudde, roedel, troep
  3. (voeding) aardappelpuree
  4. (pejoratief) lui en zuur persoon, vooral van een vrouw