muesli
- Geluid: muesli (hulp, bestand)
- IPA: / ˈmysli / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈmysli/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈmysli/
- (Limburg): /ˈmyə̯zli/
- mues·li
- Ontleend aan het Duitse Müsli. Dit woord komt uit Alemannische dialecten (o.m. Zwitserland) en is qua schrijfwijze aan het Hoogduits aangepast. In Zwitserland wordt de schrijfwijze Müesli gebruikt. In de Alemannische dialecten is Müesli een verkleinwoord van Mus (moes); voor het eerst aangetroffen in het jaar 1968 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | muesli | muesli's |
verkleinwoord | - | - |
- (voeding) eten gemaakt van graanvlokken, zuivel, fruit en noten
- Hij ontbijt altijd met twee kommetjes muesli.
- müsli (toegelaten variant in officiële spelling tot 2006)
1. eten gemaakt van graanvlokken, zuivel, fruit en noten
- Het woord muesli staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "muesli" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "muesli" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be