Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mon·stru·eus
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen monstrueus monstrueuzer monstrueust
verbogen monstrueuze monstrueuzere monstrueuste
partitief monstrueus monstrueuzers -

Bijvoeglijk naamwoord

monstrueus

  1. groot en lelijk
    • De kantoorkolos langs snelweg A9 kwam in 2010 leeg te staan toen KPMG, dat het in 1999 speciaal voor zichzelf had laten bouwen, verkaste naar een nog veel monstrueuzere kantoorgigant even verderop. [2] 
    • Zoals wel vaker bij dit soort lieux de mémoire, bleken de verwachtingen te hoog gespannen. De trappen zijn in feite niet zo imposant. Van onderen gezien hebben ze nog enige allure, maar het uitzicht van boven valt beslist tegen en wordt nog eens verstoord door een monstrueus hotel aan de overkant, dat de Oekraïense stad had moeten opstoten in de vaart der volkeren, maar dat sinds een paar jaar is gesloten. Het staat nu een monument van megalomanie te wezen. [3] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

83 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen