moeite
- moei·te
- In de betekenis van ‘last’ voor het eerst aangetroffen in 1276 [1]
- Naamwoord van handeling van moeien met het achtervoegsel -te [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | moeite | moeiten |
verkleinwoord | - | - |
- een grote inspanning
- Met veel moeite werd het einddoel gehaald.
- ▸ Ik nam een selfie (voor de Southern Terminus), deed met veel moeite mijn rugzak om, draaide mijn neus richting Canada en begon te lopen.[4]
- de moeite niet waard zijn
onbelangrijk zijn
- Het loont de moeite.
Het is de moeite waard.
- moeite doen voor
zich erg inspannen
- moeite hebben met iets of iemand
iets of iemand lastig vinden
1. een grote inspanning
het loont de moeite, het is de moeite waard
- Het woord moeite staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "moeite" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ "moeite" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ moeite op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be