• moei·te
enkelvoud meervoud
naamwoord moeite moeiten
verkleinwoord - -

de moeitev [3]

  1. een grote inspanning
    • Met veel moeite werd het einddoel gehaald. 
     Ik nam een selfie (voor de Southern Terminus), deed met veel moeite mijn rugzak om, draaide mijn neus richting Canada en begon te lopen.[4]
  • de moeite niet waard zijn
onbelangrijk zijn
  • Het loont de moeite.
Het is de moeite waard.
  • moeite doen voor
zich erg inspannen
  • moeite hebben met iets of iemand
iets of iemand lastig vinden
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[5]