ork
Niet te verwarren met: órk |
- ork
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘walvisachtige’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1862 [1]
1 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | ork | orks |
verkleinwoord | orkje | orkjes |
2 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | ork | orken |
verkleinwoord | orkje | orkjes |
de ork m
- fictieve wezentjes die in groepsverband leven en gewoonlijk de vijand van de mensen zijn
- orka
1. fictieve wezentjes die in groepsverband leven en gewoonlijk de vijand van de mensen zijn
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord ork staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ork
- Afkomstig van het Oudnoorse woord orka (arbeid, last).
[A] ork o
- inspanning, moeite
- «Det er et ork å lese til eksamen i 30 graders varme.»
- Het is een moeite om te lezen voor het examen in 30 graden hitte.
- «Det er et ork å lese til eksamen i 30 graders varme.»
o | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | ork | orket | - | - |
genitief | orks | orkets | - | - |
- uithoudingsvermogen, energie
- «Han har ork til å starte et nytt prosjekt.»
- Hij heeft het uithoudingsvermogen om met een nieuw project te beginnen.
- «Han har ork til å starte et nytt prosjekt.»
m [B] optioneel |
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | ork | orken | - | - |
genitief | orks | orkens | - | - |
o [B] optioneel |
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | ork | orket | - | - |
genitief | orks | orkets |
- ork
- Afkomstig van het Oudnoorse woord orka (arbeid, last).
ork o
- inspanning, koeliwerk
- «Det er eit ork å arbeide overtid kvar dag.»
- Het is een inspanning om te werken overuren elke dag.
- «Det er eit ork å arbeide overtid kvar dag.»
- uithoudingsvermogen, energie
o | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | ork | orket | - | - |
genitief |