mina
- mi·na
- [A] van Latijn mina en Oudgrieks μνᾶ (mna), vergelijk Hebreeuws מָנֶה zn (manee) en Oegaritisch 𐎎𐎐 (mn) [1]
- [B] van de verouderde wetenschappelijke naam Mina lobata
- [C] (verkorting) van Wilhelmina en , als deel van een soortnaam geschreven zonder hoofdletter
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mina | mina's minae |
verkleinwoord | - | - |
- (geschiedenis) (eenheid) gewicht in de ordegrootte van een pond, een halve kilogram zoals in de oudheid gebruikt in Griekenland en het Midden-Oosten; vaak een zestigste van een talent en weer onderverdeeld in 60 drachmen of sjekel
- ▸ In de gebieden verder richting zee wegen de lamprei en de zee-aal meer dan tachtig minae[2]
- (geschiedenis) (eenheid) munteenheid met de waarde van rond een pond, een halve kilogram, in zilver, zoals in de oudheid gebruikt in Griekenland en het Midden-Oosten
- ▸ Ook vermaak ik hem 2 mina's (ƒ 85,—) en mijn voorgelezen boeken; (…)[3]
-
2. Een mina uit Athene.
- mine (uitspraakvariant)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mina | mina's |
verkleinwoord | - | - |
- (plantkunde) benaming voor een klimplant uit tropisch Amerika Ipomoea lobata
-
1. Een bloeiende mina.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mina | mina's |
verkleinwoord | - | - |
[C] de mina v
- (maatschappij) feministische actievoerster (alleen in de onderstaande verbindingen)
- Het woord mina staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Jacob Cats (ed. Hans Luijten)“Sinne- en minnebeelden. Deel 2. Inleiding en commentaar.” (1996), Constantijn Huygens Instituut, Den Haag, ISBN 908026962X, p. 339 n. 34 op Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
- ↑ Weblink bron Herm GöllOver den boekhandel bij de Grieken en Romeinen in:Vereeniging ter bevordering van de belangen des boekhandelsBijdragen tot de geschiedenis van den Nederlandschen boekhandel. Deel 1-2 (1884), M. Nijhoff, 's-Gravenhage, p. 420
- mi·na
enkelvoud | meervoud |
---|---|
mina | minas |
mina v
- mijn (plaats en explosief)
enkelvoud | meervoud |
---|---|
mina | minas |
mina v