midwinter
- mid·win·ter
- samenstelling van mid en winter
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | midwinter | midwinters |
verkleinwoord | midwintertje | midwintertjes |
de midwinter m
- periode van het midden van de winter
- Het woord midwinter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "midwinter" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
75 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
midwinter
- (religie)(kerst)(feest) kerst; de periode van kerstavond tot en met tweede kerstdag
- (feest) joelfeest; Germaans feest, gevierd in de dagen rond de winterzonnewende
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
midwinter
- (religie)(kerst)(feest) kerst; de periode van kerstavond tot en met tweede kerstdag
- (feest) joelfeest; Germaans feest, gevierd in de dagen rond de winterzonnewende
- Christfest, joel, joul, juul, juulfeest, juultyd, kaarst, käärstmissen, karsemes, karst, kärst, karsttied, kas, kasfees, kast, kastdaegen, kastfeest, kastmis, kerst, kìrst, kìrsttied, mirreweenter, Wiehnacht, Wiehnachten, Wiehnachtstied, wienachten, wienachtstied
- joel, joul, juul, Juulfest
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
midwinter
- (religie)(kerst)(feest) kerst; de periode van kerstavond tot en met tweede kerstdag
- (feest) joelfeest; Germaans feest, gevierd in de dagen rond de winterzonnewende
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.