methode
- me·tho·de
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vaste manier van handelen’ voor het eerst aangetroffen in 1622 [1]
- Via het Franse méthode en het Latijnse methodus ontleend aan het Oudgriekse μέθοδος (methodos; "navorsing, wetenschappelijke methode, stelling"), zelf een afleiding van ὁδος ("weg") met het voorvoegsel μετά ("met, na")
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | methode | methodes methoden |
verkleinwoord | methodetje | methodetjes |
de methode v
- een werkwijze
- een systeem
- methodegebonden, methodeleer, methodeonderwijs, methodeonderzoek, methodeschool, methodestrijd, methodiek, methodisch, methodisme, methodist, methodologie
- Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.
1.
- Het woord methode staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "methode" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "methode" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
methode
methode