methodist
- Geluid: methodist (hulp, bestand)
- IPA: / ˌmetoˈdɪst / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˌmetoˈdɪst/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˌmetoˈdɪst/
- me·tho·dist
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘aanhanger van bepaalde godsdienst’ voor het eerst aangetroffen in 1738 [1]
- afgeleid van methode met het achtervoegsel -ist [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | methodist | methodisten |
verkleinwoord | methodistje | methodistjes |
de methodist m
- (religie) een lid van de methodistenkerk
- George W. Bush is een methodist.
- Het woord methodist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "methodist" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "methodist" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ methodist op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be