methodistisch
- me·tho·dis·tisch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | methodistisch | methodistischer | |
verbogen | methodistische | methodistischere | |
partitief | methodistisch | methodistischers | - |
methodistisch
- betrekking hebbend op het methodisme of de methodistenkerk
- Er waren twee methodistische dominees aanwezig.
- Het woord methodistisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.