Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • me·tho·disch
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen methodisch methodischer
verbogen methodische methodischere
partitief methodisch methodischers -

Bijvoeglijk naamwoord

methodisch

  1. betrekking hebben op een bepaalde methode, of gelijkend op die methode
    • Hij ging heel methodisch te werk. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be