maska
maska v
- masker; een voorwerp geplaatst voor het gelaat dat de indruk wekt van een andere identiteit van de drager
- IPA: /maska/
- Afgeleid van het Duitse Maske
maska v
- masker; een voorwerp geplaatst voor het gelaat dat de indruk wekt van een andere identiteit van de drager
- (techniek) motorkap; scharnierbaar deel van de carrosserie van een auto waaronder zich de motor bevindt
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
maska v
- masker; een voorwerp geplaatst voor het gelaat voor andere redenen, zoals beveiliging of zuurstoftoevoer
- masker; een voorwerp geplaatst voor het gelaat dat de indruk wekt van een andere identiteit van de drager
- IPA: /maska/
- ma·s·ka
- Afgeleid van het Duitse Maske
maska v
- masker; een voorwerp geplaatst voor het gelaat voor andere redenen, zoals beveiliging of zuurstoftoevoer
- masker; een voorwerp geplaatst voor het gelaat dat de indruk wekt van een andere identiteit van de drager
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | maska | masky |
genitief | masky | masek |
datief | masce | maskám |
accusatief | masku | masky |
vocatief | masko | masky |
locatief | masce | maskách |
instrumentalis | maskou | maskami |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch / Duits)
maska v
- masker; een voorwerp geplaatst voor het gelaat dat de indruk wekt van een andere identiteit van de drager