mandarijnschil

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  mandarijnschil    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• man·da·rijn·schil

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  mandarijn zn  en  schil zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	mandarijnschil	mandarijnschillen
verkleinwoord	mandarijnschiletje	mandarijnschiletjes

Zelfstandig naamwoord

de mandarijnschil m

1. (fruit) schil van Citrus reticulata , Citrus reticulata var. 'mandarine'  of Citrus × tangerina 

Hyperoniemen

• schil

Verwante begrippen

• mandarijn

Vertalingen

    1. schil van Citrus reticulata, Citrus reticulata var. 'mandarine' of Citrus × tangerina   

Bulgaars: кора от мандарина (bg) Deens: mandarinskaller (da) Duits: Mandarinenschale (de) Engels: mandarin peel (en) Estisch: mandariinikoored (et) Fins: mandariinin kuoret (fi) Frans: écorce de mandarine (fr) Grieks: φλούδα μανταμινού (el) Hongaars: mandarinhéj (hu) Italiaans: scorze di mandarino (it)

Lets: mandarina miziņas (lv) Litouws: mandarinų žievelės (lt) Nynorsk: mandarinskall (nn) Pools: skórka mandarynki (pl) Portugees: casca de tangerina (pt) Sloveens: mandarinina lupina (sl) Slowaaks: mandarínková kôra (sk) Spaans: piel de mandarina (es) Tsjechisch: mandarinková kůra (cs) Zweeds: mandarinskal (sv) g

Gangbaarheid

• Het woord 'mandarijnschil' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.