lubbenkraag
- Geluid: lubbenkraag (hulp, bestand)
- IPA: / ˈlʏbə(n)ˌkrax / (3 lettergrepen)
- lub·ben·kraag
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lubbenkraag | lubbenkragen |
verkleinwoord | - | - |
de lubbenkraag m
- (kleding) (verouderd) schijf bestaand uit sterk golvende stof rondom de hals, als versiering van bovenkleding
- ▸ Aanvankelijk werd in ons land de in de tweede helft van de zestiende eeuw uit Spanje overgebrachte kleine ronde, stijfgesteven plooi- of lubbenkraag gedragen.[1]
-
1. Een linnen lubbenkraag uit de 17e eeuw.
-
1. Man met een lubbenkraag, geschilderd door Rembrandt .
- Het woord 'lubbenkraag' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron J.M. FuchsSpreekwoorden raden in Tilburgs Textielmuseum in: Het Parool , jrg. 26 nr. 6503 (26 maart 1966), p. 29 (PS 9) kol. 7