loungen/vervoeging

uitspraak met -zj-

vervoeging van de bedrijvende vorm van loungen
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		loungen			te loungen
	toekomend		zullen loungen			te zullen loungen
voltooid	tegenwoordig		hebben gelounged			te hebben gelounged
	toekomend		gelounged zullen hebben			gelounged te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	loungend		gelounged			ev. lounge	mv. verouderd lounget	lounge
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	lounge	lounget	lounget	lounget	lounget	loungen	loungen	loungen
verleden (o.v.t.)	loungede	loungede	loungede	loungede	loungede	loungeden	loungeden	loungeden
toekomend (o.t.t.t.)	zal loungen	zult/zal loungen	zult/zal loungen	zult loungen	zal loungen	zullen loungen	zullen loungen	zullen loungen
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou loungen	zou loungen	zou(dt) loungen	zoudt loungen	zou loungen	zouden loungen	zouden loungen	zouden loungen
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb gelounged	hebt gelounged	hebt/heeft gelounged	hebt gelounged	heeft gelounged	hebben gelounged	hebben gelounged	hebben gelounged
verleden (v.v.t.)	had gelounged	had gelounged	had gelounged	hadt gelounged	had gelounged	hadden gelounged	hadden gelounged	hadden gelounged
toekomend (v.t.t.t.)	zal gelounged hebben	zal/zult gelounged hebben	zult/zal gelounged hebben	zult gelounged hebben	zal gelounged hebben	zullen gelounged hebben	zullen gelounged hebben	zullen gelounged hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou gelounged hebben	zou gelounged hebben	zou/zoudt gelounged hebben	zoudt gelounged hebben	zou gelounged hebben	zouden gelounged hebben	zouden gelounged hebben	zouden gelounged hebben

uitspraak met -sj-

vervoeging van de bedrijvende vorm van loungen
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		loungen			te loungen
	toekomend		zullen loungen			te zullen loungen
voltooid	tegenwoordig		hebben gelounget			te hebben gelounget
	toekomend		gelounget zullen hebben			gelounget te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	loungend		gelounget			ev. lounge	mv. verouderd lounget	lounge
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	lounge	lounget	lounget	lounget	lounget	loungen	loungen	loungen
verleden (o.v.t.)	loungete	loungete	loungete	loungete	loungete	loungeten	loungeten	loungeten
toekomend (o.t.t.t.)	zal loungen	zult/zal loungen	zult/zal loungen	zult loungen	zal loungen	zullen loungen	zullen loungen	zullen loungen
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou loungen	zou loungen	zou(dt) loungen	zoudt loungen	zou loungen	zouden loungen	zouden loungen	zouden loungen
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb gelounget	hebt gelounget	hebt/heeft gelounget	hebt gelounget	heeft gelounget	hebben gelounget	hebben gelounget	hebben gelounget
verleden (v.v.t.)	had gelounget	had gelounget	had gelounget	hadt gelounget	had gelounget	hadden gelounget	hadden gelounget	hadden gelounget
toekomend (v.t.t.t.)	zal gelounget hebben	zal/zult gelounget hebben	zult/zal gelounget hebben	zult gelounget hebben	zal gelounget hebben	zullen gelounget hebben	zullen gelounget hebben	zullen gelounget hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou gelounget hebben	zou gelounget hebben	zou/zoudt gelounget hebben	zoudt gelounget hebben	zou gelounget hebben	zouden gelounget hebben	zouden gelounget hebben	zouden gelounget hebben