• li·mo·na·de
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘drank van vruchtensap’ voor het eerst aangetroffen in 1691 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord limonade limonades
verkleinwoord limonadetje limonadetjes

de limonadev / m

  1. (drinken) oorspronkelijk: een drank die vervaardigd is van citroensap, suiker en water
  2. (drinken) een drank die vervaardigd is van echte of kunstmatige vruchtensappen, suiker en water
    • Ik vind limonade met frambozensmaak erg lekker. 
Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]