Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lijf·ren·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lijfrente lijfrenten
lijfrentes
verkleinwoord lijfrentetje lijfrentetjes

Zelfstandig naamwoord

de lijfrentev / m

  1. (financieel) een bedrag dat periodiek aan een bepaalde begunstigde wordt uitbetaald, bij voorbeeld vanuit een lijfrenteverzekering waarvoor men eerst vele jaren premie heeft betaald
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen